Minister De Jonge wil vrijheid van medisch handelen beperken

Mag de Nederlandse overheid de vrijheid van medisch handelen op grond van wetenschappelijke of vakinhoudelijke gronden aan banden leggen? Met een onlangs door minister De Jonge van VWS ingediend wetsvoorstel om te bewerkstelligen dat kan worden gestuurd op de vrijheid van medisch handelen, beantwoordt het ministerie deze vraag met een volmondig ja.

Volgens de minister van VWS is nieuwe wetgeving op dit punt nodig, om meer recht te kunnen doen aan de verantwoordelijkheid van de overheid om de zorg financieel beheersbaar te maken.
 
Het wetsvoorstel komt erop neer dat de minister van VWS zeggenschap kan uitoefenen bij het vaststellen van kwaliteitskaders van zorg door middel van een financiële toetsing. In het bijzonder voor kwaliteitskaders die leiden tot substantieel hogere uitgaven in de zorg. Meerdere partijen zijn van mening dat met dit wetsvoorstel de professionele autonomie van de arts om medisch te handelen ten onrechte wordt beperkt.
 
In kwaliteitskaders zijn de normen voor ‘goede zorg’ ingevuld en vastgelegd. Deze kwaliteitskaders worden opgenomen in het register van het Zorginstituut Nederland (ZiN). Wat moet een arts doen als medisch handelen op grond van wetenschappelijke normen nodig is maar niet kan omdat het kwaliteitskader vanwege een negatieve financiële toetsing in het register van het ZiN ontbreekt? Als hij die zorg dan niet aan de patiënt biedt, levert hij dan nog wel ‘goede zorg’? Of wordt de arts dan in de relatie tot zijn patiënt (tuchtrechtelijk) aansprakelijk?
 
De Tweede Kamer wil uitleg over de door de minister De Jonge gewenste politieke invloed op het medisch handelen. Zo vindt het CDA dat het wetsvoorstel – in ieder geval op de lange termijn – grote gevolgen heeft op de inhoud van de zorg en de vrijheid van het medisch handelen. De partij wil daarom weten wat de gevolgen voor de zorg zijn als de minister een dure standaard tegenhoudt. D66 wil ook een verduidelijking op dit vlak en vraagt hoe de minister de vrijheid van medisch handelen denkt te kunnen garanderen. De SGP vraagt zich af of er niet ‘de facto sprake is van een inhoudelijke toets’ van kwaliteitsstandaarden als de regering ‘een afweging maakt tussen de meerwaarde voor de kwaliteit van zorg en de daaraan verbonden financiële gevolgen’. De SP vindt dat het weigeren van een standaard, ‘haaks staat’ op het argument van de regering dat er niet politiek op de vrijheid van medisch handelen zou worden gestuurd.
 
Wij zullen de discussies over dit onderwerp in de Tweede Kamer nauw volgen. Wellicht dat deze ontwikkeling de opmaat is naar een nieuwe tweedeling in de zorg. Een basispakket aan zorg voor iedereen die is verzekerd volgens de regels van de Zorgverzekeringswet. En, voor degenen die dat kunnen betalen, een aanvullende particuliere verzekering om zorg vergoed te krijgen die niet is opgenomen in de kwaliteitskaders in het register van het ZiN, maar wel medisch handelen inhoud in het kader van wetenschappelijke of vakinhoudelijke normen.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met:
(+31) 020 - 8940700
(+31) 06 - 52456079
  • Deel dit bericht via: