Wijzigingen in Uitvoeringsregeling en Beleidsregels WNT

Met de ingang van het nieuwe jaar zijn ook de vernieuwde Uitvoeringsregeling WNT en de Beleidsregels WNT 2019 van kracht. Het gaat niet om drastische veranderingen. De eerder aangekondigde WNT 3 is van de baan. De wel doorgevoerde kleinere aanpassingen lichten we per regeling kort toe.

Uitvoeringsregeling WNT

Ten aanzien van de werkgeverspremie of bijdrage VPL is verduidelijkt dat deze in vrijwel alle gevallen tot de WNT-bezoldiging moet worden gerekend, ook indien de topfunctionaris zelf geen aanspraak heeft op overgangsrecht VPL. In de Uitvoeringsregeling WNT 2019 zijn een aantal componenten expliciet uitgezonderd van de bezoldigingsmaxima:

  • Compensatie voor loonderving na bedrijfsongeval of beroepsziekte
  • Afkoop niet-opgenomen vakantiedagen of -uren bij beëindiging dienstverband (beperkt tot 4 weken)
  • Werkgeversbijdrage aan fondsen voor arbeidsmarkt, opleiding scholing en ontwikkeling.

Verder is de Uitvoeringsregeling WNT in overeenstemming gebracht met de WNT, waarin een regeling is opgenomen dat een uitkering wegens beëindiging van het dienstverband niet onverschuldigd is betaald indien de betaling voortvloeit uit een rechtelijke uitspraak, waaronder ook pro-forma uitspraken.

Daarnaast is nieuw dat voor stortingen ter inkoop van voorwaardelijke pensioenrechten, voor zover ze ten behoeve van niet-topfunctionarissen zijn gedaan, gebundeld kunnen worden verantwoord. Voor topfunctionarissen dienen deze stortingen wel per individu, op naam en functie openbaar te worden gemaakt in de reguliere WNT-verantwoording (art. 4.1 WNT).

De laatste wijziging ziet op de WNT-verantwoording indien een topfunctionaris voor verschillende rechtspersonen binnen een groep werkt. De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants had erop gewezen dat het logisch en praktisch is om de WNT-verantwoording op te nemen in de jaarrekening van en andere rechtspersoon binnen de groep, in plaats van in de geconsolideerde jaarrekening. Dit is nu mogelijk op basis van het nieuwe artikel 5c lid 3.

Beleidsregels WNT 2019

In artikel 3 van de Beleidsregels is verduidelijkt dat er ook sprake kan zijn van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.3 WNT, indien sprake is van een mondelinge overeenkomst. De feitelijke situatie is leidend voor de beoordeling. Ter beantwoording van de vraag of een topfunctionaris, ondanks het neerleggen van de functie, toch voor een periode van vier jaar topfunctionaris blijft zijn er voorwaarden opgenomen in artikel 4a. De voorwaarden zijn: dat de functie als topfunctionaris is ingegaan op of na 1 januari 2018 en ten minste 12 maanden heeft geduurd en de betreffende functionaris na het neerleggen van de functie topfunctionaris een andere functie in dienstverband bekleedt bij dezelfde rechtspersoon.

Met betrekking tot het individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum is in artikel 7 verduidelijkt dat het aantal kalenderdagen vanaf aanvang t/m het einde van de functievervulling leidend is voor de berekening van dit bezoldigingsmaximum. Ook mogen er geen bezoldigingsafspraken worden gemaakt die het bezoldigingsmaximum overschrijden welke golden ten tijde van het maken van de bezoldigingsafspraken.

Tot slot is in artikel 11 lid 3 een bepaling ingevoegd over de afkoop van niet-opgenomen vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband. Het recht op afkoop wordt vanaf nu wel door het overgangsrecht WNT beschermd, indien er voor de inwerkingtreding van de WNT (1–1–13) bezoldigingsafspraken zijn gemaakt. Tot de inwerkingtreding van de WNT mochten topfunctionarissen namelijk uitgaan van het recht op afkoop op grond het reguliere arbeidsrechtregime ex artikel 7:641 BW.

Judith Kok (student-stagiaire)

  • Deel dit bericht via: