Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans

Prinsjesdag 2018 zit er weer op en in dit bericht willen we aandacht besteden aan een kabinetsplan dat relevant is voor het arbeidsrecht. In de begroting voor 2019 is rekening gehouden met de reeds in april aangekondigd Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Reden om enkele onderdelen van de WAB nader te belichten.

De plannen van de minister zien met name op het terrein van flexibele arbeid, het ontslagrecht en de financiering van de WW. Het wordt aantrekkelijker om een vast contract aan te bieden, omdat de periode van een proeftijd wordt verruimd, een extra ontslaggrond (de cumulatiegrond) wordt toegevoegd aan de redelijke gronden voor ontslag en het verschil in de kosten van ontslag tussen vaste en flexibele contracten wordt verkleind door de opbouw van de transitievergoeding voor beide contracten gelijk te trekken.

Ontslag

Er komt een extra ontslaggrond, de cumulatiegrond. Deze ontslaggrond is van toepassing wanneer sprake is van een combinatie van twee of meer ontslaggronden, maar deze gronden afzonderlijk onvoldoende zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Opgemerkt wordt dat indien de arbeidsovereenkomst op basis van de cumulatiegrond wordt ontbonden, de rechter een extra vergoeding kan toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding.

Transitievergoeding

De minister heeft nog meer plannen met de transitievergoeding. De vergoeding gaat gelden vanaf de eerste werkdag in plaats van zoals dit nu geldt vanaf twee jaar. Daar staat tegenover dat de opbouw van de transitievergoeding wordt versoberd. Elke dienstjaar telt voortaan voor een derde van het maandsalaris. Dus ook bij dienstverbanden langer dan 10 jaar, blijft de vergoeding een derde van het maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Nu is dit de helft van een maandsalaris. Verder komt er ook een compensatieregeling voor de transitievergoeding die verschuldigd is voor werknemers na twee jaar ziekte.

De ketenregeling

De termijn waarbinnen opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd kunnen worden gesloten wordt weer – net zoals voor de invoering van de Wet Werk en Zekerheid – drie jaar. Nu is de termijn nog twee jaar. Verder kan in bepaalde gevallen bij cao worden afgeweken van de periode tussen tijdelijke contracten. Nu is het zo dat de periode zes maanden dient te bedragen indien de ketenregeling “doorbroken” dient te worden. Deze periode kan bij cao in bepaalde gevallen worden teruggebracht naar drie maanden, echter dient het wel te gaan om terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden verricht.

Wanneer?

De minister lijkt vaart te willen maken met de wijzigingen. De wens is dat het wetsvoorstel in het najaar van 2018 bij de Tweede Kamer ligt. De invoering ziet hij graag per 2020.

Mocht u vragen hebben wat de wijzigingen voor uw organisatie (kunnen) betekenen, neemt u dan contact op met:
(+31) 020 - 8940700
(+31) 06 - 52456079
  • Deel dit bericht via: