UWV steunt collectief deeltijdontslag kinderopvang

Een grote kinderopvangorganisatie in de Randstad die vanwege vraaguitval in financieel zwaar weer verkeert, heeft onlangs toestemming van het UWV gekregen om tientallen pedagogisch medewerkers voor ‘slechts’ een aantal uren te ontslaan. Het UWV steunde de onderneming om via de methode van deeltijdontslag te bezuinigen. UWV begreep dat deeltijdontslag hier onvermijdelijk was, omdat bij ‘gewoon ontslag’ onvoldoende met ‘vaste gezichten’ op de groepen kon worden gewerkt. De Amsterdamse zedenzaak speelde bij deze afweging een rol.

Gebruikelijke ontslagprocedure UWV

Als een onderneming vanwege een slechte financiële positie werknemers wil ontslaan, moet zij die financiële omstandigheden eerst aannemelijk maken. Vervolgens moet een bepaalde ontslagvolgorde worden aangehouden. Voor die volgorde wordt het afspiegelingsbeginsel gehanteerd: per leeftijdscategorie komen de medewerkers met het kortste dienstverband voor (volledig) ontslag in aanmerking. Deeltijdontslag, waarbij medewerkers ‘slechts’ een aantal uur verliezen en daarmee wel hun baan in afgeslankte vorm behouden, wordt door het UWV alleen toegestaan als dit onvermijdelijk is.

Deeltijdontslag onvermijdelijk vanwege handhaving kwaliteit

De betreffende kinderopvangorganisatie heeft gesteld dat deeltijdontslag onder de huidige omstandigheden onvermijdelijk is.

Vanwege grote vraaguitval (ouders krijgen van de overheid minder vergoeding voor kinderopvang; vanwege de economische crisis bestaat minder behoefte aan kinderopvang) was sprake van dalende inkomsten. Daardoor moest worden gesneden in de kosten.

De kinderopvangbranche moet volgens de wet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen: er moet worden gewerkt met een vast aantal beroepskrachten per kindergroep, zodat beter kan worden gestuurd op de Beroepskracht-Kind-Ratio (BKR).

Amsterdamse zedenzaak

Ook gaf de betreffende organisatie aan dat zij sinds de Amsterdamse zedenzaak en het rapport dat de Commissie Gunning daarover heeft opgesteld, extra voorzichtig is met de roulatie van pedagogisch medewerkers en zij streeft naar zoveel mogelijk vaste gezichten op de groepen. Hiermee heeft zij zicht op het functioneren en handelen van haar medewerkers. Het zogenaamde ‘vierogenprincipe’. Afspiegeling zou juist leiden tot personeelsverschuivingen waardoor de kwaliteit van dienstverlening niet meer kon worden gewaarborgd.

Bijkomend voordeel van deeltijdontslag is dat alle medewerkers, zij het voor minder uren, hun baan behouden.

Bezwaren vakbond / positief advies OR

De vakbond liet bij de onderhandelingen van meet af aan weten het niet eens te zijn met deeltijdontslag. De bond vond dat ‘gewoon’ moest worden afgespiegeld. Wél meende de vakbond dat de gemaakte afspraken over de sociale gevolgen (inkomensvoorziening en vacaturebeleid) het maximaal haalbare resultaat vormden. Dit vanwege de beperkte financiële mogelijkheden van de organisatie.

De Ondernemingsraad (OR) stemde wél in met het deeltijdontslag en adviseerde positief. De OR begreep dat de arbeidsovereenkomsten moesten worden aangepast in het kader van de bezuinigingen. Ook kon de OR zich vinden in de gekozen aanpak om de medewerkers hun baan te laten behouden. Na analyse op locatieniveau is per medewerker vastgesteld met hoeveel uur de arbeidsovereenkomst moest worden verminderd.

Beslissing UWV: toestemming voor collectief deeltijdontslag

Het UWV heeft het verzoek tot deeltijdontslag gehonoreerd. Zij vond de reden – waarom sinds de Amsterdamse zedenzaak extra voorzichtig wordt omgegaan met roulatie van de pedagogisch medewerkers en dat zij om de veiligheid van de kinderen te garanderen vaste gezichten op de groep wil hebben – redelijk, duidelijk en verdedigbaar.

Het UWV vond het voldoende aannemelijk dat de vertrouwensband een cruciale rol speelt bij de kwaliteit van dienstverlening van de organisatie. Ook kreeg de organisatie gelijk dat het afspiegelingsbeginsel in de BSO afbreuk zou doen aan die vertrouwensband, omdat dan zou moeten worden gesneden in het aantal pedagogisch medewerkers. Met als gevolg dat per groep niet meer het vereiste aantal vaste medewerkers/vaste gezichten kon worden ingezet.

Ook zoude “gebruikelijke” ontslagmethode van afspiegeling – vanwege de vele kindergroepen en medewerkers – volgens het UWV leiden tot onacceptabele personeelsbewegingen, verandering van werkplek en roostertechnische problemen. Het UWV vond ook dat met deeltijdontslag de noodzakelijke vertrouwensband in stand blijft. De betreffende organisatie heeft vervolgens toestemming gekregen om voor tientallen pedagogisch medewerkers in de BSO de arbeidsovereenkomst op te zeggen, onder de voorwaarde dat aansluitend een nieuwe arbeidsovereenkomst met een verminderd aantal uren wordt aangeboden.

Ook last van vraaguitval en ‘te veel uren’?

Kortom, het UWV heeft oog gehad voor de specifieke omstandigheden in de kinderopvang en het verzoek tot massaal deeltijdontslag gehonoreerd. Essentieel is dat het UWV ervan is overtuigd aan de hand van voorbeelden en een goede motivering dat deze wijze van ontslag onvermijdelijk is. Dit is een positieve ontwikkeling. Veel kinderopvangorganisaties hebben te maken met vraaguitval. Een overschot aan uren is het gevolg zonder dat er een overschot is aan medewerkers. Wellicht dat ook in uw organisatie deeltijdontslag een mogelijkheid is. Bel ons gerust.

  • Deel dit bericht via: